|
||||||||
|
Een van de hardstwerkende en meest geliefde band in Amerika, is wel Big Al Lauro en zijn Heavyweights. Deze zwaar gewichten, ooit bekend als de Unknown Blues Band, ontstonden in 1996 toen Lauro en de toekomstige Gov't. Mule en Allman Brothers gitarist Warren Haynes bandleden waren in de tourband van David Allen Coe en hun krachten bundelden met Sweethearts of the Rodeo toetsenist Rick Gergen als een zijproject. Hun line-up is gevestigd in New Orleans en is door de jaren heen meerdere keren gewijzigd, maar één ding blijft consistent: hun vermogen om elke keer dat ze het podium betreden, een gedreven concert te geven en op regelmaat een top CD op de markt te brengen, en dat is nu met hun achtste album, "Blues Power" weer met veel glans gelukt. Een album dat verscheen bij de VizzTone-labelgroep met wie ze in 2022 een partnership aangingen voor het "Love One Another" album. De uit Zuid-Louisiana afkomstige drummer Al Lauro reisde in 1980 naar Big Pine Key, Florida om te spelen met Outlaw Country-muzikant David Allan Coe, die hem al snel Big Al noemde, ondanks zijn beperkte lengte. Al en de band woonden aldaar in Coe's repetitieruimte, maar de band besloot te verhuizen naar Nashville. Toen ze stopten bij een truckstop in Dickson, Tennessee, vertelde een serveerster dat haar vader een grot te koop had in een plaatselijk park, dus kocht Coe het park en de grot en richtte er een concertlocatie in. De band woonde in een huis op het terrein en David woonde in de grot. Op dat moment begonnen Al en zijn bandleden Warren Haynes (Allman Brothers Band, Gov't Mule) en Rick Gergen (Sweethearts of the Rodeo) met een zijproject genaamd de Unknown Blues Band. David produceerde een gratis straatconcert in Key West met Gregg Allman, en Al en de band begeleidden hem op memorabele versies van "Stormy Monday", "Midnight Rider" en "One Way Out". Toen David het album "Castles in the Sand" opnam voor CBS Records in Nashville, vertelde hij de band dat Dickey Betts op een nummer zou spelen. Al en de bassist geloofden het niet, dus bleven ze niet hangen om erachter te komen, maar Warren bleef omdat hij die dag zou spelen. Zoals bleek, kwamen Betts en Gregg allebei naar de studio en ze waren erg onder de indruk van Warren's gitaarspel. Dickey vroeg Warren om mee te spelen op het soloalbum dat hij op dat moment aan het opnemen was, en toen Greg en Dickey besloten om de Allman Brothers Band weer bij elkaar te brengen, vroegen ze Warren om zich bij de band aan te sluiten. Al hield de Unknown Blues Band een tijdje draaiende met een zeer lange gitarist genaamd Big Mike Griffith, maar dat viel uiteindelijk uit elkaar en Al nam een optreden aan met de populaire mondharmonicaspeler Roguie Ray LaMontagne. Vanwege persoonlijke juridische problemen wilde Roguie Ray de band niet naar zichzelf vernoemen en hij stelde de naam "Big Al and the Heavyweights" voor. De eerste Big Al and the Heavyweights-plaat, "That Ain't Nice", werd in 1996 uitgebracht op Rollin and Tumblin Records. In de jaren die volgden, bleven Big Al en de Heavyweights platen uitbrengen, allemaal met een voorkeur voor rootsmuziek en cajun bluesrock met een duidelijk Louisiana-smaakje. De Heavyweights hebben een verbazingwekkende wisselende cast van muzikanten gehad, waaronder de mondharmonicaspelers, de eerder vernoemde Roguie Ray LaMontagne en de hier goed gekende Jason Ricci, en hun ene, onvervangbare toetsenist, Wayne Lors, die 15 jaar bij de band speelde tot aan zijn vroegtijdige overlijden in 2023. Naast hun leider, drummer Big Al bestaan de Heavyweights momenteel uit Dale Robertson op bluesharp, gitarist en zanger Marcel Anton en bassist Dennis Cedeno. Hoewel alle bandleden op hun best te horen zijn, is dit album vooral een showcase voor Marcel Anton, die zich meteen een weg gromt door de opzwepende opener "Big Freight Train", en zingt "I'm a big freight train rollin' down the track…I left my woman in Georgia, I ain't never lookin' back". Hierna gaat het tempo een beetje naar beneden voor de zachtere funk van de titelsong, "Blues Power" en zingt Anton "I got to have my blues power, all my friends are there and nothing can compare". Tijd voor de eerste single van deze plaat, "If", een bluesballad die bol staat van liefdesverdriet, en Anton die zingt "we both know what's on your mind..." terwijl hij naar die hoge noten reikt met zijn fantastische zang, en dit in de rijke, spookachtige traditie van bayou soul, weeft zijn dominante bariton een treurig verhaal over verloren liefde. Naarmate het nummer zich ontvouwt, stijgt zijn stem in een naadloze falsetto die doet denken aan de groten van de Louisiana blues scène. De intensiteit zwelt aan na een dramatische pauze, leidend naar het laatste refrein waarin Anton's stem door de spanning heen snijdt: "If you're gonna let me down, don't make it easy". Het meest meeslepende nummer is hier echter misschien wel het schreeuwerige "Red Line", een aanstekelijke zydeco-tune met een oorstrelend vocaal refrein en voelt aan als een mooi voorbeeld van dance hall bayou soul. "Tired of Waiting" bevat meer de geweldige gitaar van Anton en harp van Robertson, terwijl "Got What I Like" meer het geweldige basspel van Cedeno bevat met de tekst "your style and grace, your body and face, you got what I want". De afsluitende songs "Good Bye" - met zijn liefdevolle tekst "I know we’ve got to say goodbye…I’m gonna miss your tender touch…I’m gonna miss you, my baby and your sweet lovin’ sound…I know when you walk out that door, there will be tears in my eyes…I know we got to say goodbye"- het nummer "I Want To Know" met zijn geweldige harp- en gitaarspel en het afsluitende nummer, een snelle, schurende blues "Fast Drivin'" brengen de schijf tot een interessant einde. Opgenomen in Suite Mix Studios in Slidell, Louisiana hebben Big Al en The Heavyweights met "Blues Power" een mooi album gemaakt, en met de wijze woorden 'Laissez les bons temps rouller' zoals op de album hoes staat laten ze duidelijk hun afkomst horen en is het alleen maar genieten van hun vette funky blues gemengd met wat dance hall bayou soul en aanstekelijke zydeco.
|